Wie denkt dat ik niet van poëzie hou omdat ik in een column schreef dat poëzie helaas niet meer van deze tijd is, heeft het nooit begrepen. Daarom, op Gedichtendag, een van mijn favoriete Perzische gedichten. In Iran, een dichterlijke cultuur bij uitstek, is de poëzie gelukkig nog zo springlevend dat er geen gedichtendag nodig is om ze onder de aandacht te brengen.
Het gedicht is van Ahmad Shamloo (1925 – 2000), die een van de grootste hedendaagse dichters van Iran was. Bij zijn begrafenis in 2000 waren duizenden mensen aanwezig – ondenkbaar als in het Westen een dichter zou sterven. Zijn poëzie werd onlangs in het Nederlands vertaald door Sharog Heshmat Manesh.
Lied van dankbaarheid en aanbidding
Je kussen
zijn de babbelende mussen van de tuin
en je borsten de bijenkorf van het gebergte
en je lichaam
is een eeuwig mysterie
dat in een kolossale leegte
aan mij wordt onthuld.
Je lichaam is een lied
en mijn lichaam een woord
dat daarin zit
om een melodie te scheppen:
een serenade waarin de eeuwigheid weergalmt.
In je blik zie je alle liefdes:
een bode die het leven aankondigt.
En in je stilte hoor je alle klanken:
een schreeuw die het bestaan op de proef stelt.
Opstandige dauw
Gedichten. Vertaald uit het Perzisch door
Sharog Heshmat Manesh
Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2010
190 pag. € 17,50
Geachte Mevrouw,
Uw kennis van en belangstelling voor de Perzische poëzie draagt mijn waardering en zelfs bewondering weg.
Ik heb een vraag: kennen veel Iraniërs veel gedichten uit het hoofd? gedichten van buiten kennen, dat is een traditie die hier (en in andere West-Europese landen) totaal verloren is gegaan.
Met dank,
Geert van Istendael
Beste mijnheer Van Istendael,
Jazeker. In de taxi in verschillende Iraanse steden begonnen chauffeurs spontaan poëzie te reciteren. Ik was bij het graf van de Perzische dichter Hafez in Isfahan, en daar dragen Iraniërs zijn gedichten uit het hoofd voor. Indrukwekkend is dat. Tijdens de verkiezingen van 2009 waren er zelfs verzen uit gedichten als slogan op de achterruiten van taxi’s te zien. Ik benijd er het Iraanse volk voor. Hier is poëzie marginaal geworden – of zoals Afshin Ellian, Iraniër, ooit schreef: alleen in een non-dichterlijke cultuur bestaat er iets als Gedichtendag of een dichter des vaderlands. Iraniërs hebben daar geen behoefte aan, want poëzie maakt er nog steeds deel uit van het dagelijkse leven.
Hartelijk,
Ann
Dit is prachtig: https://www.youtube.com/watch?v=62ZUTb1jApE
Poëzie reciteren wordt er ook als een kunst gezien. De manier waarop je het reciteert, bedoel ik dan; de ritmiek die je erin weet te leggen.
Mijn favoriete Perzische dichters zijn: Sohrab Sepehri, Forough Farrokzad, Nima Youshij en uiteraard Ahmad Shamlou waar “Lichte Horizon” voor mij nummer één is, zeker in deze tijden:
Op een dag zullen we opnieuw onze duiven vinden
en de liefde zal de schoonheid bij de hand nemen.
De dag waarop het geringste lied
een kus is
en ieder mens
voor de andere mens
een broer.
De dag waarop de deuren niet gesloten zijn
het slot
een sprookje is
en het hart
genoeg is om te leven.
De dag waarop de betekenis van ieder woord
beminnen is
zodat je voor de laatste verwoording
geen woord hoeft te zoeken.
De dag waarop de melodie van ieder woord
leven is
zodat ik voor het laatste gedicht
niet onder het zoeken naar het rijm lijd.
De dag waarop iedere lip
een zang is
zodat het geringste lied
een kus wordt.
De dag waarop jij komt, voorgoed komt
en liefde met schoonheid verenigt.
De dag waarop wij
opnieuw onze duiven voeren…
die dag verwacht ik
zelfs op de dag
dat ik er niet meer
ben.
Ahmad Shamlou