Column ‘De Morgen’: Echte dichters huilen niet

In een opiniestuk in deze krant (26/10) betreurt Koen Stassijns de droeve staat van de poëzie in Vlaanderen. Dichtbundels verkopen nog amper, en daarom vraagt Stassijns boekhandels en poëziefestivals een grotere inspanning te doen om poëzie onder de aandacht te brengen.

Stassijns gelooft dus dat als boekhandels meer dichtbundels in hun rekken leggen, er ook meer zullen verkocht worden. Dat is een ontstellend naïeve gedachte. Immers: het probleem ligt niet bij het aanbod. Het probleem is dat er weinig behoefte en dus ook weinig vraag is.

De verklaring lijkt me simpel: poëzie is, helaas, niet meer van deze tijd. Dat is geen beschuldiging, maar een vaststelling. Poëzie lezen vereist geduld en concentratie – twee bedreigde eigenschappen in onze 3.0-tijden. Volgens Philip Roth zal romans lezen binnen vijfentwintig jaar “cultisch” zijn: alleen kleine groepen mensen zullen de nodige toewijding kunnen opbrengen. Vandaag is poëzie al cultisch; de roman zal volgen. De roman is een 19de-eeuwse uitvinding voor verveelde dames in salons die geen andere bezigheid hadden dan boeken lezen. Sindsdien is ons levensritme ingrijpend veranderd, en de letteren – ook gewoon producten onderhavig aan tijdsgeest en conjunctuur – dragen daarvan de gevolgen.

Stel dat ik fout ben en de tijdsgeest niet de oorzaak is. Is er dan misschien iets mis met onze dichtkunst? Dat postmoderne knoopwerkjes van poëziejuwelierkes à la Dirk Van Bastelaere mensen doen wegrennen van poëzie, begrijp ik. Maar we hebben ook talenten als Y.M. Dangre, Sylvie Marie en Delphine Lecompte, die een groot publiek bereiken geen schande vinden. Toch verkopen ook zij weinig, dus ik kijk even naar Iran, waar het wel uitstekend gaat met de poëzie. Dat komt vooral door het dichterlijke engagement: poëzie is er politiek, want met metaforen en dubbele bodems kunnen dichters hun mening uiten in een land waar dat niet mag. Hier hebben we amper nog geëngageerde dichters, tenzij ze stadsdichter of Dichter des Vaderlands zijn, een schaamlapje in een samenzwering tussen politiek en literatuur om toch nog wat engagement in onze ik-gerichte poëzie te smokkelen. Of, volgens de Iraans-Nederlandse publicist Afshin Ellian: “Alleen al de titel ‘Dichter des Vaderlands’ is komisch. Slechts in lage landen zijn komedianten te vinden die deze rare titel in een niet-dichterlijke cultuur aanvaarden.”

De wegen der lezers zijn ondoorgrondelijk, maar misschien wordt het publiek wakker als onze dichters niet alleen over zichzelf schrijven. Iran heeft me laten zien dat poëzie goed gedijt bij grote crisissen. We maken nu zelf een crisis door, en mensen zoeken houvast. Misschien ligt hier een kans voor onze dichters om niet hun eigen navel maar die van de wereld te beschrijven. Misschien horen we de indignados dan wel een gedicht scanderen in plaats van ‘fuck the system’.

Misschien. En als het publiek ook dan doof blijft? Dan had ik toch gelijk en is poëzie, helaas, niet meer van deze tijd. Maar dat mag onze dichters niet weerhouden om koppig te blijven schaven, en het krimpende publiek te blijven verwonderen met de schoonheid van het zwaarste ambacht dat onze letteren rijk is.

11 gedachtes over “Column ‘De Morgen’: Echte dichters huilen niet

  1. Naar aanleiding van je schrijven in De Morgen, ben ik opnieuw dichtbundels gaan zoeken.
    Ik vind het aanbod in boekenwinkels nog redelijk in vergelijking met deze in de bibliotheek.
    Ik Woon in Eeklo, ook een dorp dat zich stad noemt, maar niettemin een schoolstad en dus met een verzorgde bibliotheek. Echter als je er nieuwe dichters wilt leren kennen een enorme teleurstelling.
    Misschien moest men maar eerst de rekken van de bibliotheken leren vullen alvorens de boekwinkels met de vingers te wijzen als ontoereikend.

  2. Mijn beetje mosterd na de maaltijd, vanwege ooteoote (nota bene), en omdat het internet net zo tijdloos is als papier. Ik beveel u aan ten eerste eens te kijken naar verkoopcijfers van dichtbundels in het verleden, vervolgens naar de invloed van achtereenvolgens krant, film, radio en televisie op de verkoop van dichtbundels. Daarna kunt u uw bovenstaande werkje, wat mij betreft, nog eens afdrukken, oprollen, omstrikken met een lint waar effectbejag op geschreven staat en opeten.

  3. De gedachte van Koen Stassijns is inderdaad naiëf, maar daarom niet fout. Het aanbod versterken kan geen kwaad. De vergelijking met Iran is niet opportuun : wij leven in een land waar je wel je mening kwijt kan. Dichters hoeven niet tussen de regels – in metaforen- een politieke visie te verstoppen. Dat maatschappelijk georiënteerde poëzie meer lezers zou bereiken, vind ik al evenzeer een naïeve gedachte. Overigens staat het elke dichter vrij te schrijven waarover hij/zij wil : van de eigen navel tot de grote wereldproblemen… Laat gewoon ‘1000 bloemen bloeien’.

  4. Pingback: Versindaba » Blog Archive » Louis Esterhuizen. Vlaamse kabaal oor bundelverkope

  5. ‘ik ben ervan overtuigd dat binnen niet al te lange tijd, laat ons zeggen, binnen een eeuw, er geen romans meer zullen worden geschreven’ (Louis Couperus, de zwaluwen neer gestreken – 1911) – begincitaat in ‘Echt zien’ van Bas Heijne

  6. ‘ik ben ervan overtuigd dat binnen niet al te lange tijd, laat ons zeggen, binnen een eeuw, er geen romans meer zullen worden geschreven’ (Louis Couperus, de zwaluwen neer gestreken – 1911) – begincitaat in ‘Echt zien. Literatuur in het mediatijdperk’ van Bas Heijne

  7. Dat er een maatschappelijke tendens heerst die vluchtigheid propageert valt niet te onderkennen. Ik ben geen schrijver laat staan dichter maar ik hou van poëzie en dat heb ik aan leerkrachten te danken. Zou het onderwijs hier geen rol in spelen?

  8. Ann, ik ben het niet met je eens. Ik denk dat het een kwestie is van conditioneren. Rob Wijnberg heeft dat punt al eens (bondig) gemaakt in zijn “Nietzsche & Kant lezen de krant”. Als je mensen maar genoeg een bepaalde richting opduwt, denken ze niet meer in staat te zijn iets in een andere richting te beheersen. Voorbeeld: door de onophoudelijke stroom korte gesprekjes op tv (interviews wil ik het niet eens noemen) denken mensen dat interviews van een uur saai en vervelend zijn en dat daar geen publiek voor bestaat.
    Poëzie is van ALLE tijden. Meer nog dan proza. Zoals je al terecht opmerkt, is de roman ergens in de achttiende eeuw uitgevonden; poëzie bestaat al vele millennia. Belangrijke verhalen uit de oudheid, religieus van karakter zoals het Gilgamesj-epos of wereldser van karakter zoals de Ilias en de Odyssee, waren praktisch allemaal poëtisch van opzet. De Nederlandse letteren begonnen met, origineel of vertaald uit het Frans, een hele reeks poëtische verhalen: Karel ende Elegast, Beatrijs, Vanden Vos Reynaerde.
    Intussen hebben veel meer mensen toegang tot boeken, en de boeken zijn onderdanig geworden aan marktwerking en, godbetert, DEMOCRATIE. Dat betekent dat het aanbod van boeken moet correleren met de afnemers van boeken, mensen van allerlei pluimage. Boeken”producenten” (scribenten, redacteurs, uitgeverijen) zijn namens die afnemers gaan denken en gaandeweg is het idee ontstaan, en intussen wijdverbreid geraakt, dat je het de afnemers van boeken toch vooral niet te moeilijk moet maken. Want stel je voor dat ze minder boeken gaan afnemen, ze moeten nl. juist steeds méér boeken gaan afnemen want de boeken zijn immers onderdanig geworden aan marktwerking.
    Zo zijn lezers de afgelopen decennia dus behoorlijk geconditioneerd gemaakt. Afgericht. De bloeddorstige bullterriër is gemuilkorfd en eet slaafs brokjes uit een klein bakje.
    Boekhandels die meer poëziebundels in hun kasten plaatsen, of op prominentere plekken leggen: dat zal de oplossing niet zijn. Het is een veel breder “probleem” dan dat. Maar het heeft met de poëzie zélf niets uit te staan. Poëzie blijft van alle tijden.

  9. Poëzie schrijven vereist ook geduld en concentratie. Dat deel van de vergelijking mis ik een beetje. Het is altijd maar de schuld van de lezers. Sylvie Marie een groot talent? Whatever. Zolang zulke pulp door pulpredacteuren de norm is zal de populariteit van poezie inderdaad steeds blijven afnemen. Over politiek schrijven zal weinig helpen: met twee hersencellen en een wazige blik over politiek rijmelen zal geen enkele bundel meer doen verkopen.

  10. Pingback: Poëzie, romans: niet meer van deze tijd « JJ Pollet

Reacties zijn gesloten.