Professor Taeldeman schonk me het mooiste cadeau: de liefde voor taal

Deze column verscheen gisteren op DeMorgen.be

Elke week kiest onze taalcolumniste Ann De Craemer het #WoordVanDeWeek. Dat kan een actueel woord zijn, een hip nieuw woord, een woord dat een snaar raakt, een totaal vergeten woord of een woord dat allang had moeten bestaan. Deze week: Taeldeman.

 Niet eerder heb ik in deze rubriek een eigennaam tot #WoordVandeWeek gekozen. Een eigennaam is weliswaar een woord, maar omdat (de meeste) eigennamen niet in het woordenboek voorkomen, beschouwen we ze als een apart soort woorden.Maar deze week moest en zou ik deze column aan een eigennaam wijden. Aan een man die me de liefde voor de Nederlandse taal bijbracht en die dinsdag helaas is overleden: professor Johan Taeldeman, die decennialang Nederlandse taalkunde doceerde aan de Universiteit Gent. Aan de reacties op sociale media te zien, hebben vele generaties hem net zo ervaren als ik dat deed: als een bevlogen, minzame man.

Met zijn witte baard en warme stem deed hij mij, toen ik hem voor het eerst zag, wat aan Sinterklaas denken, en nu hij er niet meer is, besef ik meer dan ooit dat hij me een aantal cadeaus voor het leven heeft gegeven.

Taeldeman – een naam kan iemand niet meer op het lijf zijn geschreven –  was een groot dialectkenner, die zijn liefde voor de Vlaamse dialecten zo vaak als hij kon tijdens de les uitsprak. Toen hij het in mijn eerste kandidatuur over de schoonheid van het dialect had, vond ik dat een verademing: in de middelbare school werd over dialect gesproken als iets wat we moesten afleren, en hier stond een man, een professor dan nog, die zei dat we onze dialecten moesten koesteren. Nooit vergeet ik hoe hij ons opdroeg om onze kinderen later in het dialect op te voeden – niet alleen omdat dat de enige manier is om het in stand te houden, maar ook omdat kinderen dan een soort tweetaligheid wordt bijgebracht: de standaardtaal horen ze bijvoorbeeld op televisie of op school, en de dialecten thuis. Dat zei hij ook in het tv-programma Phara, waar hij pleitte voor het gebruik van dialecten thuis: ‘Als tussentaal de maatstaf wordt, worden we eentaliger. Tegelijk is ook de kennis van vreemde talen er in Vlaanderen op achteruitgegaan. Ik kan het niet bewijzen, maar volgens mij is het ene oorzaak van het andere.’ Ik heb zelf geen kinderen, maar tegen mijn neefje en nichtje heb ik, de woorden van Taeldeman indachtig, altijd dialect gesproken.

Nog een cadeau van Taeldeman? Het besef dat niet alle proffen in ivoren torens leven of zwelgen in hoogdravendheid. Taeldeman beschikte over een enorme kennis maar was ook een eenvoudig iemand die graag met de man in de straat praatte. In de eerste licentie zag ik hem na een les de trappen van onze faculteit op de Blandijnberg afdalen. Hij ging naar de Sint-Pietersnieuwstraat en ik moest met mijn fiets dezelfde kant op, en zag hoe hij ter hoogte van de Vooruit neerhurkte naast een bedelaar.

Mijn allerlaatste examen aan de Universiteit Gent legde ik af bij Johan Taeldeman. Het was een mondeling examen, en toen ik mijn antwoord op de vraag had gegeven, vroeg hij vanwaar ik afkomstig was. ‘Tielt’, zei ik. Hij zat wat onderuitgezakt in zijn stoel maar veerde meteen op. ‘Tielt! Geweldig!’ Hij had het over de dialectgrens die een paar kilometer oostelijk van Tielt loopt – de dialectgrens tussen het West-en Oost-Vlaams, wat, zo zei hij, van het Tielts een apart dialect maakt: het is nog steeds West-Vlaams, maar heeft ook Oost-Vlaamse kenmerken. En dan gebeurde iets wat ik nooit had verwacht: hij vroeg me om wat Tielts te spreken. Tijdens mijn laatste examen aan de Universiteit Gent zat ik Tielts te praten tegen een man die met een grote glimlach op het gezicht naar me zat te luisteren. Mooier kon ik mijn studie niet afronden.

Ik geloof niet in de hemel, maar fantaseren mag, en dus stel ik me voor, professor, dat u nu ergens bent waar u het dialect kunt horen van mensen uit de vorige eeuwen, en waar u eindelijk kunt horen hoe het Middelnederlands klonk.

Bedankt, professor Taeldeman, voor de begeestering waarmee u les na les over onze taal sprak. Uw vonk is op mij overgeslagen, en zonder u zou ik voor deze krant niet elke week met zoveel liefde over het Nederlands schrijven.

Een gedachte over “Professor Taeldeman schonk me het mooiste cadeau: de liefde voor taal

Reacties zijn gesloten.